AVK (Ouderschapsverlieswaarde)

                    
Naast de inteeltcoëfficiënt kun je ook de ouderschapsverlieswaarde, bepalen ook AVK genoemd.

Bij het bepalen van de inteeltcoëfficiënt wordt er geen rekening gehouden met mogelijk genenverlies in eerdere generaties.
Bij de inteeltcoëfficiënt wordt alleen gekeken naar gemeenschappelijke voorouders van de ouders, dus voorouders die zowel aan vaders- als aan moederskant voorkomen. Voorouders die maar aan één kant meerdere keren voorkomen, tellen niet mee voor de inteeltcoëfficiënt.
Met alleen de inteeltcoëfficiënt is er daardoor geen compleet plaatje te geven van de genetische kwaliteit van een hond.
De AVK coëfficiënt geeft het voorspelde verlies van genen aan en zo kan inteelt in eerdere generaties aangetoond worden.

De AVK coëfficiënt, in het Engels ancestor of ancestral loss coefficient genoemd, is ontwikkeld door professor Schlegel van de universiteit te Wenen.
De afkorting AVK komt van het Duitse Ahnenverlustkoeffizient (Pinn, 2009).

Als Nederlandse term wordt in de term ouderschapsverlieswaarde of AVK-coëfficiënt aangehouden.

De AVK wordt berekend door het aantal unieke voorouders te delen door het totaal aantal mogelijke voorouders
Hierdoor worden ook voorouders die maar één kant van de stamboom meerdere keren voorkomen in de berekening mee genomen.

We rekenen de AVK over vijf generaties.
In een stamboom van vijf generaties kunnen maximaal 62 verschillende voorouders voorkomen (namelijk 2 ouders, 4 grootouders, 8 overgrootouders, etc)
In de meeste gevallen is het aantal unieke voorouders kleiner dan 62, doordat dieren meerdere keren in een lijn gebruikt worden.

Een AVK coëfficiënt van 82% geeft aan dat er maar liefst 18% van de genenvariatie (heterzygotie) verloren is gegaan.

Wat zijn nu getallen in deze. Om verstandig te fokken moet de AVK eigenlijk minimaal 85% zijn !!

Honden die onder de 85% zitten zijn eigenlijk te risicovol om mee te fokken.
Alles wat genoemd wordt onder de gevolgen van inteeltdepressie grote kans dat je fokkende met honden met een lage AVK coëfficiënt deze tegen zult komen.

Dit kan uiteraard ook met honden boven de 85% alleen in veel mindere mate.

En wat moeten wij trachten ; juist .... de mate waarin problemen voorkomen zo laag mogelijk te houden.